Wanneer praat je?

Wacht niet tot je student over de grens gaat of problemen ondervindt. Ga op voorhand in gesprek over alcohol en drugs. Bijvoorbeeld bij de start van het hoger onderwijs of wanneer je student intensiever begint uit te gaan.

Interesse tonen
in het leven van je student is een makkelijke manier om te beginnen praten. Ook een specifieke gebeurtenis kan een goede gesprekstarter zijn. Bijvoorbeeld een intense kotweek, een TD, een cantus of een voorval in de vriendenkring of media.

Wens je kind ‘veel plezier’ voor hij of zij naar het kot of een feestje vertrekt. Op die momenten zit je student wel al elders met zijn of haar gedachten, waardoor extra informatie vaak minder goed binnenkomt. Beperk je op die momenten dus tot de essentie en kies voor een positieve insteek.

Over alcohol durf ik wel eens iets zeggen als mijn zoon naar een feestje vertrekt. Al doe ik daar meestal niet zwaar moeilijk over. Ik heb er vertrouwen in dat hij op een verstandige manier uitgaat. Maar ik wil niet dat hij dan met de auto gaat. Rijden en drinken gaat niet samen. No way!

Hilde
Hilde moeder van één student

Na een kotweek of feestje kan je vaak iets uitgebreider praten. Verschijnt je student echter met grote wallen aan tafel, dan wacht je best even een beter moment af.

Onze gesprekken… dat kan op alle momenten zijn. Het eerste moment dat ik haar zie en dat we allebei tijd hebben om te babbelen, dan vraag ik bijvoorbeeld “hoe is het geweest gisteren?” Dat kan aan tafel zijn, in de zetel, als we naar de winkel rijden. Ook als we samen TV kijken geven we commentaar op alles wat we zien.

Johan
Johan vader van één student